Wetenschappelijke integriteit: een vermoeden van inbreuk - wat te doen?

Je kan slides en informatie uit deze onderzoekstip gebruiken, rekening houdend met de voorwaarden zoals uiteengezet in volgende Creative Commons licentie: https://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0/

 

We kunnen onderzoekspraktijken situeren op een continuum van goed naar slecht. Onder de slechte onderzoekspraktijken vallen enerzijds wangedrag of fraude en anderzijds een diverse categorie aan inbreuken op de goede onderzoekspraktijken en andere onaanvaardbare praktijken. Daar waar fraude een welomlijnde categorie is, bestaande uit 3 gedragingen m.n. fabricatie, falsificatie en plagiaat, is de tweede categorie minder duidelijk omlijnd.

Er bestaat geen lijst van 'do's en don'ts' die gelden voor alle onderzoekers, in alle onderzoeksomstandigheden. De waarden en normen binnen de ALLEA code moeten worden vertaald naar elke specifieke onderzoekssituatie. Dit vraagt kritische reflectie van onderzoekers zowel op het eigen onderzoeksgedrag als op het gedrag van anderen, en het maken van keuzes binnen het kader van ALLEA. Deze Europese code geeft wel een lijst van voorbeelden van schendingen, evenwel niet exhaustief.

 

Kijk je kritisch naar onderzoeksgedrag, dan is de kans groot dat je voor vragen komt te staan of twijfelt over hoe te handelen.


Enkele tips die je kunnen helpen beslissen:

 

Is het echt fraude of een schending van wetenschappelijke integriteit?

  • Raadpleeg de Europese Code voor Wetenschappelijke Integriteit (ALLEA-code).
  • Praat met collega's of leidinggevenden (direct leidinggevende, PI, hoofd van de onderzoeksgroep, decaan, ... of het facultair aanspreekpunt wetenschappelijke integriteit) om na te gaan welk onderzoeksgedrag binnen je discipline het meest gepast/gangbaar is. Doe dit steeds binnen een open, niet-bedreigende communicatie. Opgelet: blijf altijd kritisch. Gewoontegedrag is niet noodzakelijk hetzelfde als een goede wetenschappelijke praktijk.
  • Benchmark; hoe gaat men om met (bepaalde aspecten van) integriteitskwesties in andere universiteiten of onderzoeksgroepen. Aarzel niet om je (inter)nationale netwerk aan te spreken.
  • Een duidelijk standpunt biedt steun aan onderzoekers die twijfelen: maak als onderzoeksgroep of faculteit 'good research practices' duidelijk.
  • Blijf nooit zitten met een vermoeden of een vraag. Neem contact op met de secretaris van de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit

 

Is je vermoeden voldoende gegrond?

Je kunt vermoedens niet zomaar uitspreken. Er is altijd een kans dat je iemand of iemands carrière ten onrechte beschadigt. Dat geldt in beide richtingen: een onterechte beschuldiging kan mogelijk ook jezelf en je carrière schaden. Op voorhand is het vaak erg moeilijk om een inschatting te maken van de risico's en gevolgen die volgen op het indienen van een klacht. Zorg er daarom voor dat:

  • de klacht vergezeld gaat van de nodige bewijzen. Een goed onderbouwde klacht bestaat uit een grondige uiteenzetting van de feiten, bij voorkeur chronologisch opgebouwd en met bewijzen gestaafd.
  • dit bewijsmateriaal kan vele vormen aannemen; van originele datasets, tot e-mailcorrespondentie, notities en memoranda, afbeeldingen, verklaringen van betrokken collega's, enz. Het is altijd belangrijk om het bewijs voor ogen te houden en aan te geven waarvan je de persoon beschuldigt en hoe dit uit het bewijsmateriaal blijkt.

Mocht je hierover vragen hebben, aarzel dan niet om contact op te nemen met de secretaris van de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit.

 

Kan ik de kwestie bespreken?

Het kan verstandig zijn om je vermoedens eerst vertrouwelijk aan een betrouwbare derde voor te leggen. Maak hierbij een weloverwogen keuze (afdelingshoofd, facultair aanspreekpunt wetenschappelijke integriteit, decaan, ...).

In sommige gevallen is het wenselijk of mogelijk om de kwestie aan te kaarten bij de direct betrokkene (degene die de onderzoekspraktijk stelt). Het is belangrijk dat je voorzichtig te werk gaat, met voldoende aandacht voor de gevoeligheid van het onderwerp. Beschrijf de situatie zo duidelijk mogelijk en bereid het gesprek goed voor. Je kan je in dit gesprek ook laten bijstaan door de betrouwbare derde of door een persoon van je eigen keuze.

Voor sommige mensen kan deze aanpak beschuldigend overkomen. Vraag daarom vooraf advies aan de secretaris van de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit: op basis van relevante expertise kunnen zij je nuttige tips geven en verdere actie ondersteunen.

 

Extra ondersteuning nodig?

Soms is een gesprek geen optie (meer). In dat geval dien je beter klacht in bij de Commissie Wetenschappelijk Integriteit. Alle UGent-Onderzoekers worden aangemoedigd om elke (vermeende) inbreuk op de wetenschappelijke integriteit te melden aan de CWI. Dit kan eenvoudig via e-mail. De commissie heeft een procedure die de behandeling van klachten reguleert. 

 

 

Meer tips

Vertaalde tips


Laatst aangepast 7 november 2023 17:00