Wetenschappelijke integriteit: de 'slippery slope' van goed naar slecht

Je kan slides en informatie uit deze onderzoekstip gebruiken, rekening houdend met de voorwaarden zoals gesteld in volgende Creative Commons licentie: https://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0/

 

Het continuüm van goed naar slecht

Wetenschappelijke integriteit maakt deel uit van de professionele verantwoordelijkheid van onderzoekers en is inherent verbonden met wat onderzoekers doen (of niet doen) in een onderzoekscontext. Onderzoeksgedrag wordt gestuurd door waarden en normen, zoals uiteengezet in de Europese Gedragscode voor Wetenschappelijke Integriteit, of de ALLEA-code.

Het onderzoeksgedrag kan op een continuüm worden geplaatst. Aan de ene kant van het spectrum bevinden zich de 'goede onderzoekspraktijken' die verglijden naar een rode zone, de slechte onderzoekspraktijken. 

 

 

Goede onderzoekspraktijken

 

Het is gedrag dat in overeenstemming is met de ALLEA-code.

Hoewel (eerlijke) fouten het onderzoekswerk en/of de kwaliteit van het onderzoek in gevaar kunnen brengen, worden ze beschouwd als een deel van de goede onderzoekspraktijken, zolang de onderzoeker alle noodzakelijke maatregelen heeft getroffen om ze te vermijden en, van zodra bekend, eerlijk is over de fouten, ze corrigeert, en ervoor zorgt dat het maken van fouten geen gewoonte wordt (uit onzorgvuldigheid of omdat het maken van fouten de onderzoeker goed uitkomt).

 

Slechte onderzoekspraktijken 

Slechte onderzoekspraktijken bevatten steeds inbreuken op de wetenschappelijke integriteit en zijn om die reden allen onaanvaardbaar.

 

 

De eerste categorie inbreuken op de wetenschappelijke integriteit beperken zich tot 3 gedragingen van wangedrag of fraude en worden daarom de "grote drie" genoemd:

  • Fabricatie = verzinnen van onderzoeksgegevens, materialen of resultaten
  • Falsificatie = het aanpassen, veranderen van onderzoeksgegevens, -materiaal of -resultaten
  • Plagiaat = doen alsof onderzoeksgegevens, -materiaal of -resultaten van jou zijn.

Binnen de onderzoeksgemeenschap bestaat consensus dat dit gedrag onaanvaardbaar en frauduleus is, niet kan worden getolereerd en sanctioneerbaar is.

 

 

Inbreuken op de goede onderzoekspraktijk en andere onaanvaardbare praktijken zijn categorieën inbreuken die veel ruimer ingevuld worden dan de eerste categorie en daarom moeilijker allesomvattend vast te leggen. ALLEA biedt een heldere omschrijving en een niet-exhaustieve lijst van voorbeelden. Hoewel deze praktijken onderling sterk kunnen verschillen in ernst en impact, worden ze niet aanvaard, niet getolereerd en zijn ze sanctioneerbaar. 

 

In de meeste gevallen zijn inbreuken op de wetenschappelijke integriteit niet het gevolg van een plotselinge eenmalige handeling, al is een uitzondering zeker niet uit te sluiten. Denk daarbij aan de immense druk die onderzoekers kunnen ervaren, door tijdsgebrek of prestatiedwang. Vaker is het een geleidelijk proces van kleine stapjes waarbij de onderzoeker de geldende kwaliteitseisen steeds verder negeert tot het punt waarop hij die compleet naast zich neer legt. Op deze manier verglijdt de persoon steeds verder in de rode zone. Het is om die reden van groot belang om elke vorm van inbreuk op de wetenschappelijke integriteit ernstig te nemen (en te melden) en van een reactie te voorzien. 

 

Wat kan je zelf doen

Wees eerlijk tegenover jezelf. Als je je liever verschuilt en niet openlijk spreekt over een specifieke situatie of gedraging en hoe je ermee bent omgegaan, is dat vaak een aanwijzing dat je onderzoeksgedrag niet aanvaardbaar is. 

Om de soms dunne lijn tussen goede en slechte onderzoekspraktijken te verkennen, is het van cruciaal belang dat je openlijk spreekt over je ervaringen, dat je ideeën uitwisselt.

Ben je een senior? Geef zelf het goede voorbeeld en open het gesprek of zet je schouders (mee) onder het bouwen aan een open onderzoekscultuur!

Ben je een junior? Blijf niet bij de pakken zit en neem initiatief. Aarzel niet om je bezorgdheden en vragen te delen. 

 

Heb je twijfels over wat je doet en hoe je het beter kan aanpakken:

 

En vergeet niet dat verantwoording een van de basiswaarden in de ALLEA-code is, en dus deel van je professionele verantwoordelijkheid. Een onderzoeker moet te allen tijde zijn of haar onderzoeksgedrag en de beweegredenen erachter kunnen uitleggen.

 

Voorbeelden van inbreuken op de wetenschappelijke integriteit 

 

 

 

Het zorgvuldig ontwerpen van een publicatiestrategie en het daaraan aanpassen van inhoud en stijl (bv. de resultaten over diverse artikelen op verschillende manieren weergeven om het doelpubliek optimaal te informeren, zonder uiteraard de gedegen weergave van het onderzoekswerk in gevaar te brengen) wordt beschouwd als een goede onderzoekspraktijk.

Wanneer deze strategie enkel gericht is op het makkelijker en sneller produceren van zoveel mogelijk publicaties om een CV op te blazen,  is dit een onaanvaardbare praktijk, zeker als het gaat om "salami slicing".

Wanneer een onderzoeker nieuwe artikels samenzet door het plegen van zelfplagiaat, glijdt deze nog verder af binnen de rode zone van inbreuken op de wetenschappelijke integriteit. 

 

Meer tips

Vertaalde tips


Laatst aangepast 23 oktober 2023 11:36