Zoeken in databanken: hoe gebruik je zoektermen?

Elke databank heeft zijn eigen methode om de inhoud van die databank bereikbaar en raadpleegbaar te maken. De meeste databanken gebruiken "Basic search" en "Advanced search".

Via "Basic search" kan je de verkregen zoekresultaten filteren nà het uitvoeren van een zoekopdracht.

"Advanced search" stelt je in staat om al voordat je een zoekopdracht uitvoert meer gerichte zoekcriteria te kiezen.

Voordat je aan een zoekactie begint, bepaal je eerst je zoektermen. Dit zijn de woorden/termen die je in het zoekscherm van een informatiebestand/databank invoert.

Brainstorm vóór het zoeken over de sleutelbegrippen van de vraag en aanverwante termen daarbij. Zet bijvoorbeeld in een tabel voor elk begrip (voorbeeld: parents) naast elkaar wat gerelateerde termen zijn (parental support), wat bredere termen zijn (family) of juist nauwere termen (father, mother). Al deze zoektermen kun je gebruiken voor je uiteindelijke zoekactie. Hou rekening met de taal van de databank, maar gebruik in Nederlandstalige databanken ook Engelse zoektermen.

We geven je een paar technieken mee die je kunnen helpen bij het gebruik van zoektermen:

 

Stopwoorden

Vermijd het gebruik van stopwoorden. Stopwoorden zijn veel voorkomende woorden waarop in principe niet kan worden gezocht (voegwoorden, lidwoorden of voorzetsels). 

 

Truncatie

Betekent dat een woord niet in zijn geheel hoeft te worden ingevoerd. Via trunceren gebruik je een speciaal teken (een wildcard of joker) om 1 of meerdere letters of cijfers te vervangen in een woord. Dit verbreedt je zoekveld en is ook handig omdat de spelling van woorden kan verschillen.

Te gebruiken symbolen (wildcards of jokers):

* : nul of meer karakters

$ of ?: nul of één karakter

De getrunceerde zoekterm moet ten minste 3 tekens bevatten. Links, midden en rechts trunceren zijn mogelijk, een paar voorbeelden:

 

  • Links trunceren: *management > management , mismanagement etc.

 

  • Midden trunceren: colo$r > color, colour

                                      organi?ation > organisation (Engelse spelling), organization (Amerikaanse spelling)

                                      wom?n > women, woman

                                      an*iteit > anonimiteit, animositeit, …

 

  • Rechts trunceren: depress* > depression, depressive, depressed, …

                                      fietser$ > fietser, fietsers

 

  • Combinaties: *fietser$ > fietser, fietsers, bromfietser, bromfietsers, …

                                Jans$en$ > Jansen, Janszen, Jansens, Janssen, Janssens

                                colo$r* > color, colour, colorless, colourless, coloring, colouring, …

 

 

Fraseren

Je fraseert door woorden in een bepaalde volgorde tussen aanhalingstekens te plaatsen, waarbij je aangeeft dat deze woorden (in die volgorde) bij elkaar horen en niet los mogen worden gezocht.

Voorbeeld:  "physical therapy"

 

Booleaanse operatoren

De 3 belangrijkste Booleaanse operatoren waarmee op het internet gezocht kan worden, zijn AND, OR en NOT. Deze operatoren worden in een zoekopdracht gebruikt als "koppelingen" om zoektermen te combineren of uit te sluiten, wat resulteert in meer gefocuste en productieve resultaten. Booleaanse operatoren zijn nuttig om tijd te besparen doordat je zoekt naar meer doelgerichte resultaten die beter aansluiten bij jouw behoeften, waardoor ongeschikte resultaten worden geëlimineerd.

Bijna elke zoekmachine of databank gebruikt de Booleaanse operatoren AND, OR en NOT. In de meeste zoeksystemen zijn deze operatoren hoofdlettergevoelig zodat ze in hoofdletters gebruikt moeten worden.

Gebruik van de Booleaanse operatoren:

AND: vereist dat in elk resultaat met beide termen rekening wordt gehouden. Als één van de termen in het zoekresultaat staat en de andere niet, wordt het item niet opgenomen in de resultatenlijst (minder resultaten want je beperkt de zoekopdracht).     

Voorbeeld: Je zoekt documenten die over appels EN peren gaan (dus beide termen komen in het document voor). Je zoekopdracht = appels AND peren.

OR: het zoekresultaat voor elke term apart of voor beide zoektermen samen zal worden vermeld (meer resultaten want je verbreedt de zoekopdracht).                                                                                                                                                            

Voorbeeld: Je zoekt documenten die over appels OF peren gaan (in het document komt in ieder geval één van deze termen voor). Je zoekopdracht = appels OR peren.

NOT: de eerste zoekterm die je ingeeft wordt doorzocht en vervolgens worden alle zoekresultaten die de zoekterm na de Booleaanse operator "NOT" bevatten uit het zoekresultaat gewist. (Wees voorzichtig met het gebruik ervan, want deze actie om de zoekopdracht te vernauwen kan té beperkend zijn en goede zoekresultaten elimineren).                                                                                   

Voorbeeld: Je zoekt documenten die over appels gaan, maar de term peren mag er niet in voorkomen. Je zoekopdracht = appels NOT peren.

 

                               

 

Belangrijk om te onthouden

Verbeter je zoekopdracht voortdurend.

Heb je betere zoektermen gevonden? Voeg ze toe.

Krijg je veel te veel resultaten? Zoek specifieker.

Krijg je te weinig? Zoek algemener, met betere zoektermen, of op een geschiktere plek.

Krijg je allerlei resultaten die over iets heel anders gaan (= ruis)? Probeer te achterhalen welke zoekterm of actie resulteert in ruis en pas de zoekactie weer aan.

 

Bronvermelding

https://www.nro.nl/wp-content/uploads/2016/06/Tips-zoeken-en-selecteren-onderzoeksliteratuur-versie-27-6-2016.pdf (geraadpleegd op 21sep2023)

https://libguides.rug.nl/c.php?g=408470&p=2782432 (geraadpleegd op 21sep2023)

https://biblio.vub.ac.be/vubissmartweb/opac/wildcards.htm (geraadpleegd op 21sep2023)

Wegwijzer wetenschappelijk werk: bronnen voor papers en verhandelingen in de bedrijfseconomie / Daniël Coninckx, Luc Van Ootegem; Published in 2006 in Leuven by Lannoo Campus.

 

Meer tips

Vertaalde tips


Laatst aangepast 31 oktober 2023 11:21